1885 – 1948: een innovatieve start
een innovatieve start
In 1885 kocht Albert Boehringer een kleine wijnsteenzuurfabriek in Nieder-Ingelheim, een plaatsje in de Duitse streek Rijn-Hessen. Op 31 juli van dat jaar werd zijn bedrijf opgenomen in het handelsregister, aangeduid als ‘Albert Böhringer, chem. Fabrik vom 1. Aug. 1885 ab’. De basis voor het hedendaagse Boehringer Ingelheim was daarmee gelegd. Albert Boehringer had aanvankelijk 28 mensen in dienst, voor de productie van zouten van wijnsteenzuur. Deze zouten werden gebruikt in apotheken en ververijen. Toen in de eerste jaren na de oprichting van het bedrijf koolzuurhoudende limonade en bakpoeder populair werden, nam de vraag naar deze zouten sterk toe.
In 1893 deed Albert Boehringer de baanbrekende ontdekking dat melkzuur met behulp van bacteriën in enorme hoeveelheden kan worden geproduceerd. Naar aanleiding van deze ontdekking begon het bedrijf als een soort ‘biotech’-pionier met grootschalige productie op basis van biologische processen. Dankzij dit nieuwe productieproces en de grote vraag naar melkzuur vanuit ververijen en de leer-, textiel- en voedingsmiddelenindustrie, werd het bedrijf de voornaamste melkzuurproducent.
Toen Albert Boehringer in 1939 overleed, had het bedrijf 1500 mensen in dienst. Het werd overgenomen door Alberts twee zonen, Albert junior en Ernst Boehringer, en zijn schoonzoon Julius Liebrecht. Zij zaten al sinds de jaren twintig in het Raad van Bestuur van het bedrijf.
Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van het bedrijf door, al werd in die periode wel tijdelijk gestopt met de productie van organische zuren (wijnsteenzuur, melkzuur en citroenzuur). Tijdens en na de oorlog ging het bedrijf zich ook bezighouden met de productie van verschillende nieuwe stoffen.
Nederland
In 1945 wordt Propharma opgericht en produceert de producten van de Zwitserse onderneming Geigy onder licentie in Nederland.